News

We are going to deliver new housing


An important part of realising new living concepts requires the art of finding investors. The owners of existing building projects are not interested in ‘budget’. “We have to construct homes that are so attractive and so inexpensive that consumers simply want them” summarizes Mathijs van Dijk.

“In the home building industry the process of industrialisation is still very traditional” says Mathijs van Dijk. Companies do produce factory-made prefab elements, but this is very similar to what was constructed on the building premises up till now.

Deployment of robots has to be taken seriously. Where needed we have to introduce new materials. MorgenWonen-woning In the building industry, the term ‘additional work’ will cease to exist. From now on we call that ‘options’ according to van Dijk. And we will end to ‘supply’ a home to a customer. This term implies that we show the product to the customer and hope that he will not notice mistakes, faults and omissions. The term ‘delivery’ means getting the (finished) product to the customer, like delivering a refrigerator. Simple, ready to go, OK.

Google en Ikea

Op de vraag hoe hij zijn plannen dan gaat bewerkstelligen, antwoordt Van Dijk dat hij eerder animo verwacht van buiten de bouwsector. “Misschien ziet Google de kansen. Of Ikea.” De visie van Van Dijk en Jan Willem van de Groep is duidelijk, maar het hoe nog zeker niet. Beiden verzamelen studenten van velerlei pluimage – denk aan lucht- en ruimtevaart, maar ook de sociale sector – om zich heen om samen tot een daadwerkelijk vernieuwend concept te komen. Beiden schuwen ze termen als ‘huis’, omdat dat hun denktank een bepaalde richting op zou kunnen duwen. Ze verwachten veel van robotisering en nieuwe materialen en denken dat er op deze gebieden nog heel veel moet gebeuren voor de bouw een werkelijk vernieuwende stap kan maken.

Traditionele vernieuwing

Bedrijven maken wel prefab elementen in fabrieken, maar doen dat bijna op dezelfde manier als het voorheen op de bouwplaats

“De industrialisering van de bouw verloopt tot nog toe erg traditioneel”, vindt Van Dijk. “Bedrijven maken wel prefab elementen in fabrieken, maar dat doen ze op bijna dezelfde manier als het voorheen op de bouwplaats werd gedaan. Er moet serieus worden gerobotiseerd. En waar nodig, zullen we nieuwe materialen moeten toepassen.”

Hierbij denkt Van Dijk bijvoorbeeld aan thermoplastische composieten, die, afhankelijk van de bewerking, hard of zacht kunnen zijn en meer of minder poreus. “Je moet dan ongelofelijk gaan industrialiseren, waardoor je mallen en matrijzen kunt gaan maken om goedkoper te produceren. Als je één Senseo-apparaat bouwt, kost die ongeveer 25.000 euro. Maar als je 1 miljoen investeert in mallen en matrijzen, dan kost elk apparaat vervolgens 25 euro. En zo moet de bouw ook gaan denken.”

Playmobiel

Ik ben niet tegen traditionele materialen, we moeten alleen kijken voor welke toepassing ze nog geschikt zijn

Op de vraag uit wat voor nieuw materiaal een gevel bijvoorbeeld zou moeten bestaan, komt Van Dijk niet met een duidelijk antwoord. Hij is het ermee eens dat de huidige opbouw helemaal zo gek nog niet is: een wind- en regenscherm aan de buitenkant, iets met veel lucht ter isolatie in het midden, en binnen iets hards om een schilderijtje aan op te hangen. “Ik ben ook niet tegen traditionele materialen”, verzekert Van Dijk. “We moeten alleen kijken voor welke toepassing ze nog geschikt zijn – en ze daar dan handiger assembleren. We gaan van lego naar playmobiel. Dus geen bouwblokjes meer, maar complete elementen.”

Van de Groep heeft wel duidelijke verwachtingen van een verschuiving in materiaal, met name richting composieten. “In de vliegtuigbouw en de automobielindustrie worden die al veel gebruikt, en in de bouw nog helemaal niet. Wij zijn geïndoctrineerd door beton en staal. Als er al eens nieuwe dingen worden uitgeprobeerd, zoals 3D-printen, dan denken we al gelijk dat we dat in die materialen moeten doen. Terwijl de nieuwe

productiemethoden juist kansen bieden voor nieuwe materialisering en dimensionering. En in combinatie betekent dat een andere schaal en betere en goedkopere materialen.”

Opties

Straks gaan we afleveren, net als een koelkast. Gewoon, klaar, en goed

Meerwerk bestaat straks niet meer. “Dat noemen we ‘opties’, aldus Van Dijk. “En we gaan ook stoppen met opleveren. ‘Opleveren’ is je product aan de afnemer laten zien en hopen dat deze de fouten niet opmerkt. Straks gaan we afleveren, net als een koelkast. Gewoon, klaar, en goed.”

Van de Groep heeft ook nog wel een puntje over de koelkast, namelijk dat dat een heel goed doordacht apparaat is, met een zeer goed isolerende deur die gemakkelijk opent en sluit. “En dat kost iets van 600 euro. Hoe kan het dat een volledige koelkast, met die mooie deur, goedkoper is dan een voordeur van een huis?”

Hij antwoordt zichzelf: “Omdat men niet genoeg om zich heen kijkt. Er zijn in andere industrieën oplossingen voorhanden die we in de bouw gewoon over het hoofd zien. Of iemand gebruikt iets één keer, maar het wordt niet opgeschaald, omdat bouwprojecten per definitie niet opschaalbaar worden gemaakt en omdat de mensen die eraan hebben gewerkt de volgende keer rustig weer opnieuw gaan beginnen. Bij nul.”

Twee rollen

De woon-ontwerper krijgt straks twee rollen: 1. Het maken van het basisdesign
2. Dit basismodel samen met klant modificeren tot een woonplek op maat. Aangezien deze woonplek volledig geïndustrialiseerd wordt vervaardigd, rechtstreeks vanuit het computermodel door zesassige robots, hoeven kleine aanpassingen niet meer te kosten, in tijd noch geld. En omdat we andere materialen gebruiken dan nu, met name veel composieten, kan het beter, goedkoper en op een andere schaal.

Comments are closed.

Close Search Window