News

De oprichters van WeLLDesign ook aan het begin van de nieuwe studie Industrieel Ontwerpen.


In 1969 startte officieel de studierichting Industrieel Ontwerpen aan de TU Delft. In dat jaar begonnen ook Mathijs van Dijk en Arthur O. Eger – de oprichters van WeLLDesign (tot 1996 Van Dijk, Eger, Associates)- met de studie. Tien jaar later richtten zij hun ontwerpbureau op dat dit jaar 40 jaar bestaat.

Op een zolderkamer van de faculteit Bouwkunde begon in 1962, dankzij ingenieur Joost van der Grinten, met twee studenten en wat docenten, de sectie Industriële Vormgeving.

Bij zijn benoeming tot bijzonder hoogleraar beloofde Van der Grinten een opleiding Industrieel Ontwerpen op te richten. In eerste instantie als studierichting binnen de afdeling Bouwkunde en op 7 februari 1969 officieel erkend door de minister. Vanaf dat moment kon de opleiding onafhankelijk van Bouwkunde verder en nam het aantal studenten snel toe. De studie verhuisde naar de Ezelsveldlaan en niet lang erna studeerde de eerste ingenieur af, Norbert Roozenburg.

Foto: Sam Rentmeester

In vijftig jaar tijd groeide IO uit tot een breed georiënteerde opleiding met internationaal aanzien en 1.964 studenten (2018). Volgens de huidige decaan Ena Voûte is de faculteit het tijdperk waarin simpelweg mooie stoelen werden gemaakt al lang gepasseerd. “Zo komen er in producties steeds meer elektronica en robotica om de hoek kijken.”

Via acht exemplarische ontwerpen vertellen we de geschiedenis van de opleiding. Van het eerste afstudeerproject, de Buxi, via de ANWB praatpaal tot een recent ontwerp, de Nudging toolkit.

Buxi: het eerste afstudeerproject
De eerste afstudeerder, in 1971, was Norbert Roozenburg (rechts op foto). Hij bedacht de Buxi: een minibus die op telefonische afroep van deur naar centrale halte rijdt. Roozenburg kreeg de opdracht een schetsontwerp van de minibus te maken en enkele onderdelen uit te werken. Dat deed hij samen met student Jacob Maartense voor wie dit zijn vierdejaars ontwerpproject was.

Foto: Norbert Roozenburg

Na analyse van het buxi-systeem ontwikkelden ze de lay-out van het voertuig. Ze letten daarbij vooral op het gedrag, het comfort en de veiligheid van de reizigers én de chauffeur.

Daarnaast onderzochten ze de voertuig-technische mogelijkheden en voorwaarden. Van de vijf alternatieven voor de lay-out werkten ze er een uit. Vernieuwend was onder meer de diagonale opstelling van de stoelen.

ANWB praatpaal: beschermengel bij autopech
Tot vorig jaar stond hij nog om de twee kilometer langs de snelweg: de ANWB praatpaal. Een droom om als afstudeerder te mogen ontwerpen, zegt Chrétien Gerrits bijna dertig jaar later.

Foto: Chrétien Gerrits

Gerrits moest de praatpaal goedkoper maken in aanschaf en onderhoud. Uit zijn onderzoek bleek dat de vorige praatpaal voor kinderen en mensen in een rolstoel te hoog was, terwijl ook zij pech, ongevallen of calamiteiten moesten kunnen melden. Ze konden niet bij de knop, noch de ANWB-medewerker horen naast voorbijrazend verkeer.

“Probleem was dat het geluid niet harder kon”, zegt Gerrits. Met zijn vereenvoudigde constructie met ‘lange oren’ was de hulpdienst voor groot en klein te horen zonder dat er meer vermogen nodig was. “De kostenbesparingen waren aanzienlijk: zestig procent op de productie, zeventig procent op het onderhoud”, aldus Gerrits.

De ontwerper is nog lyrisch over zijn paal uit 1994 die als bijnaam ‘Broer Konijn’ kreeg. “Voor mij was de sculpturale kracht belangrijk: als een elegante beschermengel op de grens tussen asfalt en koeien, tussen de drukte van de vooruitgang en de stilte en kwetsbaarheid van de natuur. Wachtend op ons als pechvogel, weer of geen weer, dag en nacht, met voorbijrazend verkeer of in the middle of nowhere.”

Delft Design Guide: handleiding voor elke IO-student
De Delft Design Guide van Annemiek van Boeijen is het resultaat van jarenlange ervaring van ontwerpstudenten, professionals, onderzoekers en docenten van de faculteit. Sinds de introductie in 2013 is ‘het blauwe boek’ een herkenbaar onderdeel van de identiteit van de faculteit, bekend en gebruikt in designopleidingen in binnen- en buitenland en vertaald in het Chinees en Japans.

Foto: Delft Design Guide

Het boek geeft een overzicht van perspectieven op ontwerp, zoals Design for Emotion en Brand Driven Design, modellen, zoals de Basic Cycle of Design and Innovation-modellen, en ongeveer 60 ontwerpmethoden, zoals Contextmapping en het Eco-design-strategiewiel. Sommige methoden zijn uniek voor Delft en andere zijn meer algemeen bekend.

Ontwerpstudenten gebruiken het boek als referentie bij hun ontwerpprojecten; ontwerpbegeleiders om studenten te ondersteunen in hun leerproces; en professionele ontwerpers om hun ontwerpprocessen te ondersteunen. Dit najaar verschijnt een herziene versie.

Klapschaats: nog harder rijden
In samenwerking met het Nederlandse schaatsmerk Raps bedacht Maurits Homan een aanpassing van de klapschaats (2001). “Destijds groot nieuws”, herinnert Homan zich. “Schaatsers konden op deze schaats nog harder rijden én scherpere records neerzetten. Daarnaast was het ontwerp ook fysiek interessant omdat het leek alsof alle delen schots en scheef op elkaar geplaatst waren.”

Foto: Maurits Homan

Het idee achter het ontwerp was de schaatsslag langer te maken, zodat schaatsers over een langer traject kracht konden leveren.“Door de as van de klapschaats over twee vlakken te kantelen, maakte het ijzer samen met een hoekverdraaiing van de hiel een kanteling naar binnen. Deze beweging  paste beter bij de baan van het bovenste spronggewricht in de enkel.”

Na veel onderzoek en enkele prototypes werd een definitief ontwerp gemaakt waarop schaatsers als Jan-Maarten Heideman en Peter de Boer vele wedstrijden wonnen.

Senz paraplu: werkt ook met hoge windkracht
Het afstudeerproject van Gerwin Hoogendoorn (2005) ontstond uit frustratie over traditionele paraplu’s (hij gooide er drie weg in een week) en vormde de basis voor de ontwikkeling van Senz.

Foto: Senz

Het project was allerminst een smooth ride. Om de problemen van traditionele paraplu’s te begrijpen onderzocht hij kapotte exemplaren, “maar die moest ik eerst uit vuilnisbakken trekken. Dat leverde wel eens scheve gezichten op”, herinnert hij zich. Onder begeleiding van Bruno Ninaber van Eyben dreef hij zichzelf tot het uiterste om een product te creëren dat in één klap alle problemen van een traditionele paraplu oploste.

Hoogendoorn, inmiddels alleen nog als aandeelhouder betrokken bij Senz, vindt dat zijn ontwerp nog altijd kwalitatief onderscheidend is. “Men kan zelfs met hoge windkracht op deze paraplu vertrouwen.”

De entrepreneur wil een lans breken voor ‘de industrieel ontwerper’. “Als IO’er leer je ontzettend snel leren, het zijn mensen die je op alle plekken in het bedrijfsleven kunt neerzetten.” Iets dat hij zelf als ondernemer als groot voordeel zag. “Wist ik iets niet, dan zocht ik het uit.”

Nightbalance: therapie voor slaap-apneu
Eline Vrijland-van Beest en Thijs van Oorschot introduceerden in 2008 een nieuwe therapie voor mensen die tijdens hun slaap adempauzes hebben van minstens tien seconden, ofwel slaap-apneu. Ze ontwikkelden een sensor die zacht trilt als mensen op hun rug gaan slapen. Zo zijn ongezonde slaaphoudingen te vermijden.

Foto: NightBalance

Oorspronkelijk kwam Vrijland-van Beests vader met het idee voor een apparaatje bij deze positietherapie. Ze maakte er haar afstudeerproject van en richtte daarna technostarter NightBalance op waarin ze met Thijs van Oorschot verder onderzoek deed. De ontwikkeling van de sensor was complex. “Je wil met echte patiënten testen en dat gaat alleen met strak gereguleerd klinisch onderzoek”, zegt Vrijland-van Beest.

Tien jaar duurde het testen en vaststellen dat de sensor echt werkt. Inmiddels heeft NightBalance vijftien toegekende patenten en krijgen patiënten de sensor vergoed uit de basisverzekering. “Positietherapie kan wereldwijd meer dan 25 miljoen mensen helpen met hun slaapapneu”, zegt Vrijland-van Beest. “Die impact blijft bijzonder.”

Ambulance drone: dodelijke slachtoffers voorkomen
In 2014 studeerde Alec Momont af op een eerste prototype van de ambulance drone, een onbemand en autonoom navigerend mini-vliegtuigje dat razendsnel een defibrillator kan afleveren.  Na een 112-oproep over een hartstilstand, vliegt de drone naar de patiënt toe. Het vliegtuigje kent de locatie van de patiënt via het mobiele telefoonsignaal van de beller en vindt vervolgens zijn weg met GPS. De drone haalt snelheden van rond de 100 km per uur, weegt 4 kilo en kan 4 kilo last dragen. Via een livestream geeft de drone directe feedback en instructies aan de mensen ter plaatse.

Foto: Alec Momont

Volgens Momont is het essentieel dat de juiste medische zorg al in de eerste minuten na een incident wordt geleverd. Door sneller ter plekke te zijn, kunnen veel dodelijke slachtoffers worden voorkomen en het herstel worden vergemakkelijkt. Met een netwerk van deze drones is de overlevingskans na een hartstilstand zelfs aanzienlijk te vergroten; van 8 naar 80 procent.

Nudging toolkit: beïnvloeden menselijk gedrag
Gedrag van klanen begrijpen en bijsturen is lastig voor organisaties. Hoe stimuleer je als bank bijvoorbeeld pensioensparen of hoe motiveer je als zorginstelling mensen tot een gezondere levensstijl? Anne van Lieren raakte tijdens haar studie strategic product design nieuwsgierig naar menselijk gedrag.

Foto: Anne van Lieren

Voor haar afstudeeronderzoek (2018) onderzocht Van Lieren meer dan honderd nudging-technieken (het bewust beïnvloeden van onbewust gedrag) en ontwikkelde ze een nieuwe aanpak en bijbehorende toolkit voor ontwerpers die zich met gedragsverandering bezighouden.

“Het wordt voor mensen steeds moeilijker om bewuste beslissingen te nemen – we hebben simpelweg niet genoeg hersencapaciteit en energie om overal bewust over na te denken. Deze toolkit kan ontwerpers helpen om mensen op het juiste moment wakker te schudden uit deze automatische piloot en even stil te staan bij een belangrijk onderwerp”, zegt ze.

Comments are closed.

Close Search Window