Van cv-ketel, leidingen en radiatoren naar één decentrale unit.
De meeste woningen hebben een centrale verwarming met cv-ketel, leidingen en radiatoren. Dat zorgt voor een onnodig hoog energiegebruik met bijbehorende uitstoot. Een decentrale unit kan deze verspilling en luchtvervuiling voor een groot deel verminderen, zegt Bart Vlaar van Tegnis.
Tegnis is een startup die voor de helft eigendom is van VolkerWessels, dat sinds het begin bij Stroomversnelling is betrokken. Voor de andere helft is Tegnis in handen van de drie oprichters, waaronder Bart Vlaar. De drie heren hebben ieder een andere achtergrond: de een komt uit de lucht- en ruimtevaarttechniek, de ander uit de bouwsector, terwijl Vlaar zelf uit de productontwikkeling komt. “We kenden elkaar al langer via ons zakelijke netwerk, maar zijn via Stroomversnelling bij VolkerWessels gekomen,” zegt Vlaar. Hij noemt zichzelf ‘niet belast’ met de ervaringen in de bouw, en ziet dat als voordeel als het gaat om innovatie.
Nul-op-de-meter
Vanuit zijn auto vertelt Vlaar over hoe Tegnis is ontstaan. “Met VolkerWessels bedachten we welke concepten we konden toepassen voor nul-op-de-meterwoningen. Ons doel was om te komen met concepten die zo efficiënt mogelijk zijn en die kant-en-klaar vanuit de fabriek kunnen worden aangeleverd. Daarvoor hebben we diverse pilots uitgevoerd met VolkerWessels, en vanuit die samenwerking is Tegnis ontstaan. We ontwikkelen nog steeds producten voor VolkerWessels. Daarbij gaat het ook om automatisering en het bedenken van nieuwe oplossingen.”
Decentrale unit
Een van de nieuwste producten die Tegnis heeft ontwikkeld is de decentrale unit (DCU), een slim en geïntegreerd apparaat dat per ruimte de verwarming, koeling en de luchtverversing verzorgt. Het is bedoeld voor toepassing in nieuwbouwwoningen, maar het kan ook een bestaand verwarming- en ventilatiesysteem vervangen. De decentrale werking zorgt ervoor dat het binnenklimaat per ruimte wordt geregeld. “Hierdoor is geen overbodig transport van warmte en lucht door een huis en worden geen ruimtes onnodig verwarmd en geventileerd. Dit voorkomt energieverspilling.”
Groot verschil met cv
Volgens Vlaar is dit heel wat anders dan een centrale installatie met leidingen en buizen, dat resulteert in een hoger energiegebruik. Naast de energieverspilling zorgt een centraal ventilatiesysteem ook voor luchtvervuiling. “De decentrale unit is verkrijgbaar met een ingebouwde ionisator die ultra- en nano-fijnstof statisch laadt, en efficiënt laat samenklonteren met andere stofdeeltjes of laat neerslaan op vloer of wand. Dat heeft een reden: deeltjes met een grootte onder 5 micron gaan via de longen direct de bloedbaan in en kunnen daar zorgen voor een scala van klachten. Grotere deeltjes worden afgevangen door slijmvliezen in de luchtwegen en op natuurlijke wijze afgevoerd en hebben deze nadelen niet.”
Ingebouwde componenten
De decentrale unit wordt geplaatst tegen een buitengevel op de plek van de radiator. “In de buitenunit, die kan worden weggewerkt in de gevel, zitten componenten zoals de compressor, de ventilatoren voor ventilatie en de verdamper. In de binnenunit zitten een warmtewisselaar, de condensor en recirculatieventilatoren. Het apparaat is voorzien van sensoren die luchtvochtigheid, CO2-gehalte en temperatuur van het binnenklimaat meten. De decentrale unit bestaat inmiddels in drie uitvoeringen: de eerste heeft een micro-warmtepomp en een elektrisch hulpelement, de tweede versie alleen een elektrisch verwarmingselement, en de derde variant heeft een waterzijdige aansluiting voor lage temperatuurverwarming zodat hij kan worden aangesloten op een warmtenet, zowel bij lage als hoge temperaturen.
All electric
Bij de ontwikkeling van het apparaat is lering getrokken uit ervaringen in de markt, vertelt Vlaar. “Nieuwe woningen zijn zo goed geïsoleerd dat in ruimtes zoals de slaapkamer nauwelijks vraag naar warmte is. In dergelijke ruimtes is geen warmtepomp nodig om te verwarmen, maar eerder om te koelen. We hebben daarom een all electric-systeem ontwikkeld, waarbij de overige functies blijven behouden. Dat is de tweede uitvoering geworden.” Vlaar voegt toe dat alle versies kunnen worden toegepast in zowel hoog- als laagbouw. “De waterzijdige versie is bedoeld voor woningen waar een centrale warmtebron aanwezig is.”
Monitoring
Bewoners kunnen met de decentrale unit zelf de gewenste temperatuur regelen, maar dit kan worden begrensd. Ook is een centraal besturingssysteem ontwikkeld, zodat de bewoner op een enkel scherm alle units kan aflezen. De units kunnen per serie in de fabriek worden voorzien van ingebouwde monitoring. “De ontwikkeling van de decentrale unit is gereed,” zegt Vlaar op de vraag naar de huidige status. “Kiwa en andere keurmerken zijn verleend. Het apparaat is in de praktijk uitgebreid getest, waarna nog wijzigingen zijn aangebracht en het huidige ontwerp is ontstaan.”
De rol van WeLLDesign
WeLLDesign heeft in de periode 2010-2013 intensief met VolkerWessels samengewerkt bij de ontwikkeling van het concept MorgenWonen. Ook bij de dochteronderneming Tegnis werkt WeLLDesign intensief samen bij de productontwikkeling om de DCU tot een in serie industrieel te vervaardigen product.
En nu?
De huidige uitdaging is om de decentrale unit bekender te maken bij het publiek en het vertrouwen van de markt te winnen. Vlaar is daarom enthousiast dat hij het apparaat binnenkort kan tonen aan de markt.
Bart Vlaar presenteert de decentrale unit in de innovatiemarkt tijdens de Energy-Up op 2 oktober. Klik hier om je aan te melden voor Energy-UP of om het programma te bekijken.